Je leest het websites, op de sociale media, op Facebook en op Twitter: realisten moeten zich voorbereiden voor als het helemaal mis gaat. Er worden lijstjes gemaakt van wie wel te vertrouwen is en wie niet, er worden ontmoetingsplekken afgesproken.
Waar die mensen precies bang voor zijn is onduidelijk, er wordt gesproken over wel of niet gelijke rechten, over onveiligheid bij al die vreemde gezichten, over onze huizen die worden overlopen en over hordes die maar blijven komen wat je ook probeert te doen.
Dus bereid ik me voor.
Ik heb rolluiken op mijn huis. Een auto met dikke bumper. Ik sla blikvoer in. Voldoende kannen om water te bewaren. Ik weet hoe ik water kan zuiveren. Ik heb extra batterijen, spulletjes om vuur te maken. Extra droogvoer. Chocolade voor de calorieën. En ik heb een lijstje van dingen die ik last-minute moet aanschaffen.
Ik weet waar m’n spullen liggen, een slaapzak, rugzak, brander. Wat alu-folie nood-dekens voor meer warmte. Ik heb extra jerrycans voor benzine. Maak afspraken hoe ik familie en vrienden kan bereiken, waar we elkaar tegenkomen en bij wie van ons het sterkste hek om het huis heeft. We weten wat we op de muur schrijven als we weg zijn.
We hebben een goed gevulde EHBO kist, extra verband, voldoende pijnstillers en antibiotica. Tabletten tegen diarree, wc papier, ongebluste kalk voor een natuur-toilet en ook een plan om elektriciteit te kunnen maken voor een radio met zendapparatuur.
En ik heb wapens. Geen vuurwapens, die maken teveel lawaai en vallen teveel op. Ik heb een bijltje, een hamer, een pikhouweel: lekker draagbaar en makkelijk te gebruiken. Daar zullen we het van moeten hebben.
Ik zeg het je: dat met die gelijke rechten gaat niet werken en als het helemaal mis gaat en de zombies komen, ben ik in ieder geval goed voorbereid.