Het is nog niet zo lang geleden dat mannelijke asielzoekers er van langs kregen: hoe durfden ze vrouw en kinderen achter te laten. Waarom vochten ze zelf niet voor hun land? Ja ja, die smoesjes over je “vrouw veilig over laten komen” als je een verblijfsvergunning hebt in plaats van een onzekere zware reis, de praatjes van een lafaard, jou moeten we hier niet.
En zo werd de man de boosdoener en de achtergelaten vrouw een reden om niets te doen.
Het is nog niet zo lang geleden dat overheden waarschuwden: wie zonder vrouw en kinderen hierheen komt, zal lang moeten wachten op gezinshereniging. Een jaar of anderhalf na het verkrijgen van je verblijfsvergunning zal geen uitzondering zijn. Wil je ze niet zo lang alleen laten? Kom dan vooral niet hierheen.
En zo werd de achtergelaten vrouw een middel om vluchtelingen af te laten zien van de reis naar hier.
Alsnog op reis
Sinds een paar maanden komen er meer vrouwen dan mannen Griekenland in. Ze maken alsnog zelf de reis, uit angst voor de onzekerheid van het uitblijven van gezinshereniging, steeds meer grenzen die dicht gaan, financiële middelen die opraken of uitbuiting in kampen. De reis is vol gevaren en is fysiek zwaar, om over de zorg voor de kinderen nog maar te zwijgen.
De grenzen sluiten steeds vaker en de opstoppingen en relletjes die daar ontstaan worden gebruikt om ze terug te sturen naar Turkije, want “deze situatie is onhoudbaar en onmenselijk.” Terug bij af dus.
Wordt het, op deze Internationale Vrouwendag, niet eens tijd om vrouwenleed niet als wapen te gebruiken om af te schrikken, maar liever als reden om de schouders eronder te zetten?